Binding naar verbinding

Patricia Meyntjens

Levenswijzer: Van binding naar verbinding


Deel 6


Je gezin, je sportvereniging, je school, je werk, je relatie… allemaal systemen waarin ons leven zich afspeelt en waarin jij jezelf tegenkomt. In elk systeem bestaat er minstens een binding tussen jou en de anderen. Sommige mensen zijn gewoon onderdeel van jouw systeem; je krijgt ze er ‘gratis’ bij; of je dat nu wilt of niet. Maar hoe staat het met de ‘ver’-binding in de diverse systemen?


Het fundamenteel verschil tussen binding en verbinding zit in het échte contact tussen jou en de ander. Hoe verbind jij je met de mensen in jouw systeem? Kan jij de ander zien en horen en ziet de ander jou? Weet jij wat er bij de ander leeft?


Het cultiveren van verbinding in gezinnen, scholen en werkplekken is een belangrijke basis om later intieme relationele verbinding tot stand te brengen én te kunnen onderhouden. Dit proces vereist het écht zien en horen van anderen en het zich kwetsbaar opstellen. Het ontwikkelen van verbinding vereist zelfbewustzijn, een bereidheid en een constante inzet voor het onderhouden van gezonde, betekenisvolle relaties.


Maar wat als die relatie even niet zo gemoedelijk loopt en de verbinding onder druk komt te staan? Het is op die momenten zo veel makkelijker om uit verbinding te gaan met die ander. Het lijkt de weg van de minste weerstand maar het lost niets op en is juist schadelijk voor de relatie. Veel gehoorde uitspraken als: ‘Ik ben helemaal klaar met jou’ en 'Wij hebben niets samen' zorgen ervoor dat de verbinding onder druk komt te staan. Uit verbinding gaan heeft tot gevolg dat je steeds verder van elkaar verwijderd raakt en dat er alleen nog maar binding overblijft.



Het begint allemaal in de kindertijd


Het is de belangrijkste missie van een opvoeder (ouder, leerkracht, …) op zoek te gaan naar de verbinding met het kind. Want het kind en jijzelf zitten in het systeem waarin je met elkaar bent verbonden. Bovendien heb je als kind niet heel veel keus om je systeem te verlaten. En juist daarvoor heb jij als opvoeder de plicht om te blijven zoeken naar dat wat jou met het kind verbindt door écht te luisteren en het kind te zien en horen. Dat het regelmatig ‘schuurt’ dat mag. Blijf je realiseren dat de ander (kind of volwassene) een groot stuk van jou ‘zijn’ spiegelt en wat jij nog hebt te leren. En laten we eerlijk zijn; er zijn geen grotere spiegels dan kinderen. Zo kan wederkerigheid ontstaan. Aan ons dus de taak om heel goed naar kinderen te blijven luisteren en kijken, te reflecteren op onszelf en te blijven investeren in de verbinding. Zéker in deze tijd. Voor veel mensen is die leerervaring in hun kinderjaren niet constructief verlopen. Vanuit opgelopen kwetsbaarheid verkiezen mensen onbewust om in binding te gaan of blijven.

 

 


Binding

 

Een relatie die gebaseerd is op binding heeft zijn wortels in de strategieën die je als kind hebt ontwikkeld als antwoord op een onveilige jeugd. Die onveilige jeugd wordt gekenmerkt door een gebrek aan gepaste (emotionele) beschikbaarheid van een primaire verzorger. Hierdoor zijn belangrijke emotionele behoeften niet ingevuld en bestaat de kans dat je een kindpijn ontwikkelt. Je durft je emotioneel potentieel niet meer ten volle in te zetten.

In een partnerrelatie zitten hoge pieken en diepe dalen, maar noch jij, nog je partner kunnen hun kwetsbaarheid laten zien. Deze kwetsbaarheid komt wel indirect terug naar boven door een verlammende afhankelijkheid, diepe angst voor afwijzing, en een opvallend gebrek aan echte intimiteit. In deze relaties, geplaagd door een gebrek aan wederkerigheid en openheid, ervaren individuen vaak een gevoel van leegte en isolement, zelfs binnen wat lijkt op intieme banden.


Vaak zien we dan een patroon waarbij de ‘wij’-ervaring door de een te intens wordt nagestreefd en door de ander juist wordt ondergewaardeerd, waardoor men verstrikt raakt in de dynamiek van aantrekken en afstoten. Aangestuurd door de angst om verlaten te worden (verlatingsangst) of verzwolgen te worden (bindingsangst), zet men een arsenaal aan reactiepatronen in. Er is onvoldoende vertrouwen dat het ‘wij’ intact blijft ongeacht de afstand. Jullie zitten gevangen in een dans van vluchten en achtervolgen.


Uit angst voor afwijzing en verlating durven jullie niet je ware zelf aan elkaar te tonen, waardoor er ook geen sprake is van wederkerigheid en echte verbinding. Het contact voelt leeg en hol en je kunt je eenzaam voelen in de relatie. Deze ongezonde, functionele binding voelt onvrij.

Binding is gebaseerd op angst en het vermijden van werkelijke intimiteit. Je benadert de ander vanuit een onecht zelf en vanuit beperkende overtuigingen. Je wilt versmelten met de ander, er ontstaat verstrengeling en beide voelen jullie je onvrij.


Hoe herken je een relatie uit binding? (C. Krumme)

 

  • Jij of de ander kan niet zichzelf zijn. Bepaalde meningen, gevoelens, kwetsbaarheden of gedrag krijgen geen ruimte of worden miskend. Misschien mag jij van je partner niet alleen uit, misschien mag je partner van jou anderen niet aantrekkelijk vinden. Misschien durf je niet te geloven dat je partner écht voor jou heeft gekozen en niet voor je sociale status. Misschien voel je je (emotioneel) eenzaam in de relatie.
  • Je voelt onvrede of onrust. Het is nooit zoals jij dat wil tussen jullie en je focust je op wat er allemaal mis is. Je probeert dit te fixen door jezelf te veranderen, of door je partner te willen veranderen, maar je bereikt nooit het doel dat je voor ogen hebt. Je blijft in een transitiezone zitten.
  • Je partner voelt als je rots in de branding of jij voelt je de redder van je partner. Het is altijd dezelfde persoon die de sterkere is, die de ander troost en geruststelt. Als een van jullie uit deze vaste rolverdeling stapt, voelt de ander zich bedreigd; het broos evenwicht komt onder druk te staan.
  • Je bent bij elkaar vanwege je geloof in het perfecte plaatje. Voldoet de relatie niet aan dit plaatje dan probeer je uit alle macht je relatie te veranderen. Het aanvaarden van de relatie én de partner zoals die werkelijk is, is ondenkbaar

 

Specifieke kenmerken van binding

 

Overafhankelijkheid of codependency

Je richt je volledig op de ander. De hebt de ander ‘altijd en voor alles’ nodig. Er is voor jou geen ‘ik’ zonder het ‘wij’. Alles staat in het teken van de relatie met groot risico dat je bereid bent je eigen behoeften en verlangens te verwaarlozen om het de ander naar de zin te maken.

 

Anti-afhankelijkheid

Je wil zo weinig mogelijk met je partner te maken hebben. Je hebt de ander ‘nooit en nergens’ voor nodig. Vaak wil je niet eens een relatie of wil je wat er tussen jullie is zo niet noemen. Voor jou is er geen ‘ik’ als er ook een ‘wij’ is, je kan of wil het niet integreren, je voelt je beknot, verstikt en belemmerd. Dit kan zich uiten in nauwelijks oog hebben voor je partner, volledig je eigen plan willen trekken, de ander onvoldoende inkijk in je leven geven of niet graag in het openbaar gezien worden met je partner.

 

Geven om niet te verliezen

Dit is een dynamiek waarbij de een geeft uit angst de ander te verliezen. De ander is daarentegen heel zuinig met zijn of haar tijd, liefde en aandacht uit angst zichzelf te verliezen. Dit onevenwicht leidt vaak tot heftige uitbarstingen van degene die teveel heeft gegeven: ’Ik wil voelen dat jij ook van mij houdt!’. Terwijl de ander daarop reageert met: ‘Ik heb toch nooit gevraagd om al die dingen voor me te doen’.  

 

Negatieve controle

Je wil wat van je partner, maar durft dit niet rechtstreeks te uiten. Je bent bang voor een negatieve reactie en bovenal ook bang voor het gevoel dat dit bij je oproept. Een ‘neen’ op je verzoek kan voelen als een ‘neen’ tegen jou als persoon. Daarom ga je in het geheim aan het werk, ondergronds,… Je gaat ‘pleasen’ om waardering te oogsten, mokken om je zin te krijgen of indirecte vragen stellen om achter de waarheid te komen. Manipuleren uit angst dat je de confrontatie niet aankan.

 

Het projecteren van een perfect of juist imperfect beeld op je partner

Vanuit verlatingsangst heb je de neiging om je vooral te concentreren op alle mooie dingen van de ander en de minder mooie, schadelijke kanten onder het tapijt te vegen. Zo kun je in de relatie blijven die eigenlijk schadelijk voor je is. Je durft de pijnlijke werkelijkheid niet te zien, omdat dit benadrukt dat je dan weg moet bij je partner.

Vanuit bindingsangst zie je alles wat niet deugd aan je partner: hij heeft een oninteressante baan, hij heeft niet de juiste opleiding, sociale achtergrond, hij is kalend of hij lacht te opvallend. Er is voor jou altijd wel een reden om iemand af te wijzen als partner. Zo verdwijn je uit een relatie nog voordat die goed en wel tot ontwikkeling is gekomen. De ander krijgt geen kans bij jou, omdat de goede kanten zien, zou betekenen dat je verbinding aan wil gaan en daar ben jij nu net zo angstig voor.


 

Verbinding

 

Verbinding vertegenwoordigt een diepere, meer authentieke vorm van relatie, gebaseerd op principes van vrijheid, liefde en wederzijds respect. In een verbonden relatie kunnen individuen hun ware zelf zijn, met ruimte voor persoonlijke verschillen. Deze relaties worden gekenmerkt door gelijkwaardigheid, open communicatie en een wederzijdse bereidheid tot kwetsbaarheid. Dit leidt tot diepe verbondenheid en een gevoel van voldoening.

 

Een relatie die gebaseerd is op verbinding staat stevig verankerd in het hier en nu. Je relatie is gelijkmatig en diepgaand, kindpijnen die naar boven komen projecteer je niet op de ander, maar je draagt er zelf zorg voor. De ander mag je kindpijnen kennen, zal er in het hier-en-nu zorgzaam mee omgaan maar heeft niet de verantwoordelijkheid en mogelijkheden om deze te verhelpen. Je beseft dat enkel jijzelf die uitdaging en heling kan aangaan.


Hoe herken je een relatie in verbinding? (C. Krumme)


  • Je kunt volledig jezelf zijn en je partner ook. Natuurlijk zijn jullie het soms met elkaar oneens, maar daar is ruimte voor. Doordat jullie allebei goed weten wie je bent en wat je wilt, voelen verschillen tussen jullie niet bedreigend.
  • Je voelt rust en vrede over je relatie, ook al hebben jullie soms ruzie. Een ruzie concentreert zich op kwesties in het hier en nu en jullie nemen beiden zelf de verantwoordelijkheid voor de kwetsuren uit het verleden die vaak diep zijn ingesneden, jullie zorgen voor jullie eigen gekwetstste kind.
  • Je partner en jij zijn gelijkwaardig aan elkaar, de ene keer steun jij je partner de andere keer steunt je partner jou. Wie wie steunt, hangt af van de situatie en niet van een vast rolpatroon tussen jullie.
  • Jullie zijn bij elkaar omdat dit is wat jullie nu allebei willen. Als dat in de toekomst verandert, bijvoorbeeld omdat dat jullie verlangens, persoonlijk groeiproces te veel uiteen lopen, dan is dat weliswaar verdrietig, maar geen reden om te proberen de ander te veranderen. Jullie kunnen elkaar dan in liefde loslaten.



Specifieke kenmerken van verbinding


Interafhankelijkheid

Binnen een relatie ben je tot op zekere hoogte afhankelijk van elkaar: bepaalde taken delen jullie en jullie kunnen op elkaar rekenen. Op sommige momenten heb je de steun van de ander nodig, praktisch of emotioneel. Dit toe durven laten en tevens kunnen begrenzen is een essentieel kenmerk van een gezonde relatie. Het ‘wij’ krijgt afhankelijk van het moment en de uitdaging een bepaalde invulling. Het ‘wij’ kan als het ware groeien en krimpen naar behoefte.


Wederkerigheid

Het geven en ontvangen tussen jullie is in balans. Er zijn periodes dat de een wat meer geeft dan de ander, maar over de ganse lijn bekeken, zijn jullie hierin gelijkwaardig aan elkaar. Elk van jullie ervaart hierbij zowel de kwetsbaarheid die hoort bij geven als de kwetsbaarheid die hoort bij ontvangen, wat jullie band steeds verder verdiept. Het evenwicht vinden jullie over het algemeen van nature, zonder dat er al te veel ergernis of angst ontstaat over ‘teveel’ of ‘te weinig’ geven.


Open communicatie

Zit iets je dwars, heb je twijfels of wil je iets heel graag. Je durft je uitspreken en bent bereid de reactie van je partner te ontvangen. Misschien wil zij of hij wel tegemoet komen aan je wens, misschien ook niet, maar de vraag is in alle openheid gesteld. Dit doen jullie vanuit het vertrouwen dat jullie de waarheid kunnen dragen, ook al is die misschien niet altijd zoals jullie die graag hadden gezien.


Gebaseerd op de realiteit

Je aanvaardt de perfecte imperfectie van zowel jezelf als de ander: je ziet je partner zoals hij of zij is, met alle plussen en minnen. De plussen en minnen zijn oké voor jou, ze belemmeren je niet en berokken je geen schade; hoogstens zorgen ze voor irritatie. Je aanvaardt je partner in zijn totaliteit en dat heb je alleen maar kunnen doen omdat je jezelf volledig ziet, accepteert en toont aan je partner.


Vanuit deze innerlijke kracht en waardigheid geef je je leven vorm. Je verbindt acties aan je behoeften en verlangens en gaat op weg. En zo kom je op een dag iemand tegen bij wie je je veilig voelt en in wie je je verder wilt verdiepen…

Jij en je partner zijn je ware zelf in deze relatie. Jullie zijn niet bang om afgewezen te worden als je jezelf bent in het contact en juist hierdoor ontstaat de diepere verbinding. Jullie relatie voelt vol en rijk en je weet je meestal verbonden met elkaar, ook op afstand.


Jullie zijn beiden beschikbaar voor ware intimiteit en jullie zijn bereid je hiervoor kwetsbaar op te stellen. Je wilt de ander zien en kennen en tegelijkertijd blijf je jezelf. Zo ontstaat er tussen jullie een verbinding in vrijheid.

 


Hoe zit het met jouw relatie?


Blijf je bij je partner vanuit onvrijheid en binding, of zijn jullie in vrijheid de verbinding aangegaan? Vrijheid in verbinding betekent dat er een ‘wij’, ‘ik’ en ‘jij’ mag bestaan. Soms zijn jullie dicht bij elkaar, dan weer gaan jullie wat meer je eigen weg, ontspannen en in vertrouwen dat het ‘wij’ en het ‘ik’ altijd ruimte krijgen.


De overgang van binding naar verbinding in relaties is niet alleen een verschuiving in hoe we onszelf en anderen zien, maar ook een actieve inzet om onze relaties te transformeren naar iets verrijkend. Dit resulteert in een duurzamere vorm van relatie die bijdraagt aan ons algemene welzijn en geluk.

In de kern vereist deze overgang een diepgaand zelfonderzoek en het overwinnen van oude patronen en angsten. Het vraagt om het onder ogen zien van onze eigen kwetsbaarheden en het opbouwen van vertrouwen in onszelf en in anderen. Dit proces kan uitdagend zijn, omdat het vaak inhoudt dat we moeten afrekenen met langdurige overtuigingen en gedragingen die ons hebben beschermd, maar uiteindelijk beperkend zijn gebleken.

 

Een belangrijke stap in dit proces is het erkennen van de behoefte aan verandering. Dit omvat het herkennen van de tekenen van binding in onze relaties en het bewust worden van de impact die deze hebben op ons en op anderen. Vervolgens gaat het om het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden en houdingen die bevorderlijk zijn voor verbinding, zoals empathie, open communicatie, en het respecteren van grenzen.

 

Tot slot, de reis van binding naar verbinding is een voortdurend proces van persoonlijke groei. Het is een pad dat moed, geduld en toewijding vereist, maar de beloningen zijn een dieper, rijker en meer vervullend leven met betekenisvolle, ondersteunende relaties.

 





Leestips 

Cuppen, H. (2019). Liefdesbang. Overwin verlatingsangst en bindingsangst. Utrecht: AnkhHermes.

Geurtz, J. (2009). Verslaafd aan liefde. Amsterdam: Ambo.

Krumme, C. (2021). Van leed naar liefde. Van liefde die pijn doet naar liefde die gelukkig maakt. Counseling Center Changes.

Mellody, P. (2015). Grenzeloos liefhebben. Den Haag: Tattwa.  (over co-dependentie)

Norwood, R. (2014). Als hij maar gelukkig is. Vrouwen die teveel in de liefde investeren.Amsterdam:Ambo.

Stahl, S. (2015). Bindingsangst herkennen en overwinnen. Panta Rhei. 

Storm, J. (2014). Destructieve relaties op de schop. Utrecht: Ankh-Hermes.


unsplash